1. Boren, dubbel verbuisd of onder steunvloeistof in niet verharde bodemlagen
2. Verder boren in rotslagen met aangepaste middelen
3. Installeren van de geothermische sonde in de boorholte
4. Cementeren van de geothermische sonde in de boorholte en recupereren van eventuele tijdelijke verbuizing
5. Aansluiting van de sonde op collector en warmtepomp. Werking van het geothermische systeem voor verwarming of afkoeling.