Conform de voorschriften van NBN EN1538:1999
1. Graven van paneel met grijper tussen geleidebalken, vullen sleuf met steunvloeistof.
Na uitgraven eerste moot volgt het uitgraven van de tweede moot. De drijfhoogte van de bentonietsuspensie dient op ieder ogenblik tenminste 2 m hoger te zijn dan deze van het freatisch oppervlak in de verschillende watervoerende lagen over de ganse hoogte van de diepwand.
2. Weggraven van de centrale grondstop of ‘merlon’ tussen de twee openingspassen of -moten.
Daarna wordt het paneel volledig ontzand.
3. Uitrusten van één paneel: inbrengen van wapeningskorf en tijdelijk, stalen voegprofiel met waterstopstrip
4. Betonneren met plunjerbuizen en recuperatie van de bentonietsuspensie.
5. Herwinnen voegplank, waterstopstrip blijft - zie detail waterstopvoeg.
• De functie van de diepwand kan waterkerend, grondkerend of dragend zijn.
• Diepwandpanelen zijn als doorgaande wand of als dragende elementen uitvoerbaar
• Opnemen van grote verticale belastingen
• Beschoeiing van uitgravingen in de onmiddellijke nabijheid van bestaande constructies
• Tunnel- en parkeerprojecten in stedelijke omgeving, kaaimuren
• Trillingvrije installatie
• Lage geluidsbelasting
• Grond- en bentonietafvoer
• Freatisch vlak moet zich minimaal 2 m onder het werkniveau bevinden
• Werfoppervlak voor de bentoniet centrale en stockageruimte noodzakelijk: minimum 300 m²
• Werkruimte mininimaal 15 m uit de as van de wand en 2 m vóór de wand
• Verwijderen van oude massieven en aanvullen met gestabiliseerd zand
• Stabiel, droog en vlak werkplatform nodig
• Wanddikte van 0.5 m tot 1.50 m (0.50 m, 0.60 m, 0.80 m, 1.00 m, 1.20 m en 1.50 m)
• Wanddiepte standaard tot 35 m, uitzonderlijk tot 55 m en meer
• Hoogte kering: mogelijk tot méér dan 20 m
• Waterkering wordt gegarandeerd dankzij een enkele of een dubbele elastische waterstopstrip
• Aanbrengen van geleidebalken noodzakelijk
• Breedte open sleuf: minimaal één grijperbreedte ofwel ongeveer 2.5 grijperbreedtes.
• Een paneel wordt uitgegraven in passen waarvan de twee eerste overeenkomen met de grijperbreedte : 2.85 tot 3.30 m. De laatste pas (middenstuk of merlon) is minimaal 1 m breed.
• De verschillende sleuven worden onderling verbonden middels voegen zodat een doorlopend geheel ontstaat als wand van een bouwput.
• Bovenaan moet een verdeelbalk voorzien worden