1. Uitvoering conform de voorschriften voor de boorpaal van grote diameter of de Continuous Flight Auger (CFA) schroefpaal
2. Plaatsing van de wapeningskorf voor het opnemen van de buigkrachten
3. Uitharding van het beton tot aan het bereiken van de maximale eindsterkte
4. Plaatsing van een verbindingsbalk om de palen onderling te connecteren tot een monolithische structuur
5. Plaatsing van tijdelijk en/of /permanent stutwerk waar het ontwerp dit vereist
Realiseren van nieuwe ondergrondse verdiepingen en onderbouw, vooral in stedelijke gebieden
Bijkomende bescherming langs snelwegen met ophogingen die risico op afschuiving vertonen (bescherming stabiliteit van taluds)
Landhoofden voor bruggen die horizontale belastingen opvangen
Aanleg van zowel ophogingen (snelweg, spoorweg) als ingravingen
Eenvoudige oplossing voor grondkering met positieve invloed op het milieu dankzij beperkte uitgraving (vrij eenvoudige “productie/installatie” procedure)
Uitvoering van palen met relatief weinig geluidsoverlast, weinig trillingen en beperkte vervorming van de aangrenzende grondmassa, dus geschikt in drukke stedelijke of industriële gebieden
Verplaatsing van de grondmassa achter de tijdelijke of permanente keermuur wordt beperkt
Een open palen wand, waarbij de palen niet aansluiten kan de indringing van water of infiltratie van grondwater niet verhinderen. Een waterkerende functie kan vervuld worden indien ter plaatse van de openingen palen jet grouting wordt uitgevoerd of afdichting met gunite of spuitbeton
Dankzij de aangewende methode (schroefpaal of boorpaal) kan de techniek in uiteenlopende grondgestelheden worden toegepast: korrelige niet cohesieve gronden, de meeste cohesieve gronden, zachte rotslagen. Een wand waarbij de naast elkaar geplaatste palen niet aansluiten is echter meestal ongeschikt voor constructies die fijnkorrelige gronden met een hoge grondwatertafel, slappe kleien en gronden met een laag gehalte aan organische bestanddelen moeten keren. Dit als gevolg van het verlies van fijne deeltjes doorheen de openingen tussen de palen.
Niet geschikt in hard klei en harde rotslagen
De nominale ruimte tussen de uitgevoerde palen varieert doorgaans van 100 mm tot 150 mm
De palen zijn ontworpen om de zijwaartse buigkrachten op te nemen en worden meestal bovenaan met elkaar verbonden door middel van een verbindingsbalk, zodat de palenwand als een monolithische structuur fungeert.
De diepte van de uitgraving wordt beperkt door de lengte van de wapeningskorf aangebracht in de palen (max. 18 m in CFA-palen
In staat om axiale belasting op te nemen (punt- en/of lijnbelasting verdeeld over de verbindingsbalk)